100% BIOLOGISCHE KWALITEIT smart. vers. anders.
Nieuwe bestellingen zijn momenteel niet mogelijk. Bestaande boxabonnementen worden doorgeleverd.
Nieuwe bestellingen zijn momenteel niet mogelijk. Bestaande boxabonnementen worden doorgeleverd.


VOEDSELVERSPILLING IN NEDERLAND

Jaarlijks worden er wereldwijd enorme hoeveelheden voedsel verspild. Jaarlijks belandt ongeveer 1,3 miljard ton voedsel op de vuilstort. In 2020 publiceerde het WWF een rapport over voedselverspilling in de Europese Unie. Uit deze publicatie blijkt dat er jaarlijks naar schatting 88 miljoen ton voedsel wordt verspild. En ook hier in Nederland ziet het er niet beter uit. Jaarlijks wordt hier ongeveer 2,1 miljoen ton voedsel verspild. Dat staat gelijk aan een bumper-aan-bumper file van Utrecht tot Barcelona.

Meer dan de helft van de voedselverspilling wordt gegenereerd door particuliere huishoudens. Maar voedselverspilling ontstaat in de hele keten, van teelt tot tussenhandel tot huishouden. Bijna een kwart van al het afval ontstaat bij de productie en verwerking en tot 90 procent van deze verliezen is te voorkomen. Deze voedingsmiddelen zijn namelijk wel uitermate geschikt voor consumptie.

Verse groenten en fruit worden het vaakst weggegooid.


Dus feitelijk worden deze groenten en fruit geproduceerd voor de prullenbak. Alle producten die zogenaamd kosteloos worden geproduceerd, verbruiken toch ook hulpbronnen en veroorzaken emissies. Ze hebben dus ook een bepaalde klimaatvoetafdruk die varieert naargelang het product. Dit begint met broeikasgassen die vrijkomen bij de bemesting van de velden en gaat door met transport, opslag, koeling en verdere verwerking tot en met het weggooien zelf. Voor de productie zijn natuurlijke hulpbronnen zoals landbouwgrond, water en energie nodig, die daardoor ook onnodig worden verbruikt. Daarnaast hebben boeren veel tijd en moeite gestoken in de teelt.


DE WAANZIN OVER DE SCHOONHEID VAN GROENTEN EN FRUIT

Dus waarom belandt er zoveel eten niet op ons bord? Velen halen de supermarkt niet eens, alleen vanwege hun uiterlijk, hun grootte, kleine vlekjes of omdat ze simpelweg niet aan bepaalde normen voldoen. Wacht eens even, welke normen?
Voor landbouwproducten in de EU gelden bepaalde handelsnormen. Deze gelden voor verse groenten en fruit, maar ook voor eieren, gevogelte, olijfolie, krenten en rozijnen. Deze normen zijn vastgelegd in EU-wetgeving en worden algemene handelsnormen genoemd en worden gecontroleerd door het Kwaliteitscontrolebureau (KCB). Het is natuurlijk belangrijk en nuttig dat voedsel wordt gecontroleerd op versheid, smaak en veiligheid en dat klanten de herkomst kunnen traceren. Daarnaast worden ze ook beoordeeld op hun uiterlijk. Soms is dit zoals een race die alleen door perfect ogende groenten en fruit gewonnen kan worden. Om in het schap van de supermarkt te belanden, moeten de producten namelijk enkele hindernissen overwinnen. Hoe deze er precies uitzien, leggen we hieronder uit:

Hindernis #1: De specifieke marketingnormen

De specifieke handelsnormen zijn vastgelegd in EU-wetgeving en worden ook gehandhaafd door het KCB. Gelukkig zijn deze in 2009 voor 25 soorten groenten en fruit afgeschaft. Vlekken, krom fruit of producten met bepaalde schilafwijkingen worden nu wel getolereerd binnen de handelsnormen van de EU.
Maar er zijn ook nog speciale handelsnormen voor tien soorten groenten en fruit. Deze vormen ook het grootste deel van de handel in Nederland en heel Europa. Deze omvatten onder andere appels, paprika's, kiwi's en tomaten. Er is een aantal zeer specifieke en naar onze mening absurde eisen die de verkoop van enorme hoeveelheden heerlijke groenten en fruit verhinderen. Bijvoorbeeld slabladeren moeten net onder de bladbasis netjes afgesneden wortels hebben. Kiwi's mogen geen steel meer hebben en meervoudige vruchten, die we liefkozend tweelingkiwi's noemen, zijn verboden. Citrusvruchten mogen niet donkergroen van kleur zijn, hoewel de kleur niet noodzakelijkerwijs wijst op rijpheid. Meer informatie hierover vind je in het artikel: Onze redenen om te redden.

Bij groenten en fruit wordt een klassenindeling gemaakt in de meest ware zin van het woord. "Klasse 1"- producten worden geacht van de hoogste kwaliteit te zijn en moeten volledig vrij zijn van gebreken, goed gevormd en uniform van kleur en grootte zijn. Deze klasse wordt meestal alleen gebruikt voor zeer specifieke producten, bijvoorbeeld voor asperges, champignons, appels of perziken.
Groenten en fruit die niet aan enkele eisen voldoen en lichte vorm- en kleurafwijkingen hebben, worden ingedeeld in “Klasse 2”. Zeer lichte kneuzingen worden vergeven zolang de producten voldoende sterkte hebben. Aardappelen mogen bijvoorbeeld alleen in deze klasse worden ingedeeld.
Ten slotte is er “Klasse 3” die wordt gebruikt om groenten en fruit te classificeren die voldoen aan de minste eisen op het gebied van schoonheid en integriteit. Grote afwijkingen van deze normen worden getolereerd in zowel vorm, kleur en ontwikkelingsstadium. Interessant is dat bijna alle biologisch geteelde producten in deze laatste klasse worden ingedeeld. Consumeerbare groenten en fruit die perfect smaken en geen gebreken vertonen in de kwaliteit worden ingedeeld in klasse 3 en kunnen dus in ieder geval met een lagere winst op de markt worden gebracht. Op deze manier zouden winkeliers in theorie bijna alle groenten en fruit met vlekken kunnen verkopen.
Toch komt bijna 30 tot 40 procent van de biologisch geproduceerde groenten en fruit niet eens op de markt, omdat het vervorming of verkleuring heeft. Waarom is dat nu?

Hindernis #2: De aanvullende kwaliteitseisen van de detailhandel


Naast de EU-richtlijnen zijn er handelsvereisten die gebaseerd zijn op de filosofie van het desbetreffende bedrijf. Deze zijn soms zelfs strenger dan de eisen van de EU-handelsnormen voor groenten en fruit.

Denk hierbij aan specificaties voor uiterlijke kenmerken zoals grootte en vorm van de groenten en fruit en uniformiteit. De achtergrond van dergelijke normen is ook om het transport te vergemakkelijken en te zorgen voor uniforme gewichten, dat wil zeggen een zekere mate van vergelijkbaarheid op de markt. Aubergines hebben bijvoorbeeld een minimale diameter-eis en moeten zowel kelk als steel bevatten. Stelen van venkelbladeren mogen niet langer zijn dan 7 cm en de bladaders mogen niet langer dan 3 cm zijn. De “kopjes” van paddenstoelen moeten een diameter hebben van ten minste 15 tot 20 mm, afhankelijk van de soort, maar te grote exemplaren worden dikwijls weggegooid.

Naar onze mening zijn sommige normen veel te streng. De natuur is nu eenmaal niet geordend en produceert niet uniform zodat elke aardappel even groot is, zoals bijvoorbeeld wel het geval is bij de industriële productie van koffiekopjes.





DE EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE CONSUMENT

In 1950 gaven mensen nog ongeveer een derde van hun gezinsinkomen uit aan voedsel. Eten was toen immers relatief duur. Als gevolg hiervan werden de gekochte boodschappen veel meer gewaardeerd dan nu het geval is en werd er dus ook veel minder verspild.
Door de globalisering en industrialisering van de voedselproductie zijn de prijzen veranderd en in sommige gevallen extreem goedkoop geworden.
Tegenwoordig besteden we slechts circa 10 procent van ons inkomen aan voedsel. De remmingsdrempel is veel lager geworden - “Wat goedkoop is, wordt eerder weggegooid.”
Tegelijkertijd zijn de eisen aan het uiterlijk van vers voedsel veranderd. We worden verwend door knalrode tomaten, mooi gevormde wortelen en smetteloze appels. Daarom landt onvolmaakt voedsel helemaal niet in de schappen van de supermarkt, maar worden direct door boeren voorgesorteerd en vernietigd.
Om dat verlies te compenseren, wordt er meer geplant - wat op zijn beurt weer waardevolle hulpbronnen verbruikt. En dat vinden we onnodig. Boeren doen dit overigens niet per se vrijwillig. Ze vrezen echter dat de handel hun lelijke groenten en fruit niet zal kopen en daarom worden deze na de oogst uitgeselecteerd.
Groenten en fruit die afwijken van de norm worden ofwel vernietigd of in het beste geval in ieder geval gevoerd aan de eigen veestapel, ofwel gecomposteerd op de eigen velden.
Helaas zijn consumenten tot nu toe minder bereid geweest dezelfde prijs te betalen voor zogenaamde lelijke groenten en fruit. Een meerderheid van de consumenten zou deze producten met gebreken wel kopen, als ze voor een aanzienlijk lagere prijs zouden worden aangeboden. En daar zien we het probleem: Bij etepetete geven we niet om normen; in plaats daarvan is de kwaliteit van onze biologische groenten en fruit het belangrijkste voor ons. We hechten dan ook veel waarde aan het werk van onze partnerboeren, belonen hen dienovereenkomstig en doen nooit aan prijsdumping.

ONZE VISIE EN MISSIE

We hebben het tot onze missie gemaakt om biologische groenten en fruit in de keten te redden met als doel voedselverspilling te voorkomen. Regionaliteit is daarbij ook een heel belangrijk thema.
Maar in onze boxen vind je ook groenten en fruit die uit heel Europa en soms daarbuiten komen, want verspilling komt helaas overal voor. We bestellen deze goederen echter niet uit het buitenland, maar kopen ze in bij dealers die anders met de goederen zouden blijven zitten en ze vervolgens moeten afvoeren of verbranden in biogasinstallaties.
Daarom krijgen we naast scheve wortelen en kleine aardappelen uit Nederland en omringende landen bijvoorbeeld ook biologische bananen uit Ecuador en kiwi's uit Griekenland. Natuurlijk geven we nog steeds de voorkeur aan partnerboeren die lokaal produceren en ondersteunen hen ook bij de teelt van vervlogen en zeldzame groenten- en fruitsoorten.
Samen met een netwerk van boeren hebben we de opvangbekken gecreëerd voor de beste biologische groenten en fruit die net niet helemaal aan de norm voldoen. Met jouw hulp gaan we de strijd aan tegen voedselverspilling!